GPSwalking.nl - GPS wandelingen | Mooie GPS wandelingen in binnen- en buitenland
Met Willem`s vaart door de Peel
Korte beschrijving
Laatst bijgewerkt op 29-07-2012
Download de papieren versie in PDF formaat, hiermee kunt u de route ook zonder GPS rijden:
Kenmerken
Startpunt: | Asten / Nederweert-Eind / Ospel / Someren |
Startlocatie: | Noord-Brabant , Nederland |
Coördinaten | N51.403175 E5.733493 |
Afstanden: | 83, 49, 53 km |
Type: | Beek, Bos, Kanaal, Open, Peel |
Begaanbaar: | Goede verharde fietspaden |
Rolstoel: | Niet bekend |
Honden: | N.v.t. |
Horeca: | Bij start en onderweg |
Gelopen op: | 08-07-2012 |
Route informatie
Langere beschrijving
"Met Willem’s vaart door de Peel"
Deze fietsroute brengt u door het peelgebied aan weerszijden van de Zuid-Willemsvaart in Asten, Nederweert en Someren. Het kanaal is genoemd naar koning Willem I, die met de aanleg van kanalen de economie en handel wilde stimuleren. De Zuid-Willemsvaart is aangelegd tussen 1822 en 1826 en was de verbinding tussen het Zuid-Nederlandse industriebekken van Luik en de Noord-Nederlandse handelssteden zoals ‘s-Hertogenbosch. Duizenden grondwerkers hebben het kanaal met de hand gegraven. Vrouwen voerden de grond in manden af. Tussen ‘s-Hertogenbosch en Maastricht maakten 21 sluizen het de schippers mogelijk om het hoogteverschil van ongeveer 40 meter zonder problemen te nemen en om het kanaal bevaarbaar te houden. Tussen twee sluizen ging het om een hoogteverschil van maximaal 2,5 meter. Binnen de route liggen zes sluizen (10 tot en met 15). Nu kent de Zuid-Willemsvaart nog 16 sluizen.
Vanaf 1853, het begin van de grootschalige verveningen in de Peel, is de Zuid-Willemsvaart belangrijk voor het vervoer van turven en turfstrooisel. De turfaken bereikten het kanaal via de Noordervaart en het Peelkanaal. De turfschepen kwamen ook weer vol terug met mest (stadsbeer en kunstmest) voor het oude boerenland en voor het nieuwe boerenland dat begin twintigste eeuw ontstaat door ontginning.
Het landschap is zeer divers: oud land met monumentale gebouwen, zoals langgevelboerderijen en de kasteelruïne in Asten, en jong ontginningsland met grote, moderne agrarische bedrijven; oude dorpen uit de Middeleeuwen en jonge ontginningskernen uit de twintigste eeuw, zoals Someren-Heide en Ospeldijk; open natuurgebieden, zoals de Strabrechtse Heide en dichte bosgebieden, zoals het Weerterbos.
Enkele keren passeert u oude beken, zoals de Aa en de Peelrijt, op andere punten steekt u gegraven waterwegen over, zoals de Noordervaart en natuurlijk de Zuid-Willemsvaart. En vanzelfsprekend komt de route langs restanten van het peelmoeras: Sarsven, De Banen én Nationaal Park De Groote Peel.
De fietsroute doet vier toeristische knooppunten aan. Dat zijn Klok & Peel Museum Asten, Buitencentrum ‘De Pelen’ (Ospel), Openluchtmuseum Eynderhoof (Nederweert-Eind) en de in ontwikkeling zijnde Natuurpoort Heihorsten (Someren). De fietsroute is gesplitst in een noordelijke (Brabantse) lus van ruim 49 kilometer en een zuidelijke (Limburgse) lus van ruim 53 kilometer, maar kan ook in zijn geheel in één keer worden gefietst.
De Groote Peel
De Groote Peel in Asten en Ospel (gemeente Nederweert) is nu een restant van het eens immens grote hoogveenmoeras, dat in duizenden jaren ontstaan is en zich uitstrekte van Weert tot Grave aan weerszijden van de provinciegrens Noord-Brabant - Limburg.
Andere grote peelrestanten zijn de Deurnse Peel en de Mariapeel. Die laatste zijn ontstaan op de Peelhorst (hoog), waar zich al dicht onder de oppervlakte een voor water ondoordringbare laag bevindt, die zorgt voor een goede, natte basis voor moerasvorming.
De Groote Peel ligt in de Centrale Slenk (laag), waar de ondoordringbare lagen dieper in de bodem zitten, maar ook voor een geschikte situatie voor moerasvorming zorgen.
Het hoogveen van het peelmoeras is ontstaan door de opeenhoping van voornamelijk veenmossen. Veenmossen zijn kleine plantjes die zonder veel voedsel kunnen. Ze doen het met enkel de geringe voedingsstoffen van het regenwater. Ze sterven aan de onderkant af en groeien aan de bovenkant door. In de loop van de millennia zijn zo metersdikke veenlagen op de oorspronkelijke zandbodem gegroeid. Elke periode bracht door de verschillende klimatologische omstandigheden andere veenmossoorten in de Peel. In die groei in de hoogte en de breedte hebben de veenmossen hele bossen klein gekregen. De restanten in de vorm van stammen en wortelpartijen worden aangeduid als kienhout en peelpuisten.
Op haar hoogtepunt was de Peel één grote, dikke spons van veenmossen; een open landschap waar bijna geen boom kon groeien. Het steeds schaarser worden van het hout ongeveer duizend jaar geleden, leidde er toe dat de bewoners rondom het peelmoeras het zwartveen ontdekten als brandstof.
Vanaf die tijd is het zwartveen door de Astenaren en Ospelnaren jaarlijks uit hun Peel gegraven. Met speciaal gereedschap, zoals het linie-ijzer en de turfspade of boolespaai, werden turven gestoken, die met de turfkruiwagen naar een droogveldje werden gebracht. Als na maanden drogen de turven droog genoeg waren, gingen de turven op een kar naar het huis van de turfsteker. In Asten had elke huiseigenaar het recht om gratis in de Astense Peel een veldje uit te turven. Dat veldje werd jaarlijks door het dorpsbestuur en de peelmeesters toegewezen en de ondergrond bleef eigendom van de gemeenschap. In Ospel konden de bewoners peelveldjes door koop in eigendom krijgen. Tussen de peelveldjes lagen de peelbanen, die niet afgegraven mochten worden, omdat dat de toegangs- en vervoerswegen in de Peel waren.
Het metersdikke veenpakket bestaat uit verschillende lagen. Het zwartveen is ontstaan uit fijnbladige veenmossen, wollegras en dopheide; het jongere grauwveen is gevormd door dikbladige veenmossen en is ongeschikt als brandstof.
Eeuwenlang is het door de turfstekers teruggegooid in de turfputten, soms zijn de turven gebruikt als wand van waterputten. Rond 1880 is ontdekt dat het grauwveen machinaal vermalen kan worden tot turfstrooisel, dat goed gebruikt kon worden in de paardenstallen van legers en trammaatschappijen. Turfstrooisel neemt de paardenurine beter op dan stro.
In de Peel werden door veenbedrijven turfstrooiselfabrieken gebouwd en de nadruk kwam decennia lang te liggen op het steken van grauwveen. Ook in de Astense Peel verschenen turfstrooiselfabrieken.
De Maatschappij Griendtsveen was het grootste veenbedrijf in het Astense deel van de Groote Peel. Voor het vervoer van de turven en het turfstrooisel werd in 1889 vanaf de Zuid- Willemsvaart naar de Astense Peel het Peelkanaal gegraven.
Rond 1950 is dit in het kader van de ‘Ruilverkaveling Sluis 13’ gedempt en in gebruik als de Jan Smitslaan, genoemd naar de eerste opzichter van de Maatschappij Griendtsveen in de Astense Peel. In het Ospelse deel is nooit bedrijfsmatig verveend. In de jaren dertig van de twintigste eeuw wilde het Rijk een peelgebied bewaren als een natuurreservaat. De Groote Peel was hiervoor uitgekozen; door de vogelkundige waarde is het gebied van wetenschappelijk belang en van nationale betekenis.
Bij de gemeenten was daarentegen de wens voor ontginning van de Peel tot boerenland het grootst. Uiteindelijk werd in 1957 het grootste deel van de Astense en Ospelse Peel natuurreservaat.
De veenwinning ging echter nog jaren door, ook in het tot natuurreservaat aangewezen deel. De Maatschappij Griendtsveen had vergunning tot 1965, maar verdween twee jaar eerder uit de Peel vanwege het afbranden van haar turfstrooiselfabriek. Andere veenbedrijven mochten in Asten doorgaan tot 1972.
In 1993 verkreeg de Groote Peel de status van Nationaal Park en nu is het ook een Natura 2000-gebied met een nog steeds grote natuurwaarde en tevens cultuurhistorische waarde.
Download de papieren versie in PDF formaat, hiermee kunt u de route ook zonder GPS rijden:
Cultuurhistorie Astens gedeelte van de route
01 Klok & Peel Museum Asten, Ostaderstraat 23 / Ostade
Ostade was in de middeleeuwen een belangrijk gehucht van Asten met voorname families en adellijke huizen. Hier lag de oorsprong van de landbouwactiviteiten.
Tussen de Slotweg en de huidige Sterrenwacht stond in de 17de en 18de eeuw ‘het Slotje’, een omgracht en adellijk huis. De bewoners, de familie Van O(n)stade, behoorden tot de Astense elite, zoals dorpsbestuur en notariaat. In deze boerderij aan de Ostaderstraat, gebouwd in het begin van de vorige eeuw, is sinds 1975 het Klok & Peel Museum Asten gehuisvest. Het verhaal gaat dat veldmaarschalk Montgomery in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog hier overnachtte.
Het museum toont een zeer uitgebreide internationale collectie van luidklokken en beiaarden (carillons). De tweede collectie omvat de natuur- en cultuurhistorie van het gebied De Peel op de grens van Noord-Brabant en Limburg. Er is verder een schitterende museumtuin met vele plantensoorten, bloemen en kruiden. Uniek is de klankentuin.
02 Kasteel Asten, Kasteellaan
Tussen 1389 en 1399 bouwde Gerard van Berkel, de heer van Asten, in het dal van de huidige Voordeldonkse Broekloop een kasteel, het ‘Huys tot Asten’. Dit was tot in de negentiende eeuw het verblijf van de heren en vrouwen, die de heerlijkheid Asten in bezit hadden.
Heer Bernard van Merode martelde hier in 1599 Astense vrouwen, die hij beschuldigde van hekserij. Het kasteel werd niet permanent bewoond en raakte daardoor flink in verval. De laatste adellijke bewoners, de familie Van Hövell tot Westerflier, lieten het in de jaren dertig van de twintigste eeuw in volle glorie herstellen.
Tijdens de bevrijdingsgevechten in september 1944 echter veranderde het kasteel al weer snel in een ruïne; volgens de bewoners de mooiste van Nederland. De voorburcht en de kasteelboerderij zijn bewoond. De Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten zet zich in voor conservering van de ruïne en - met omwonenden - voor herstel van het kasteellandschap.
03 Wehrmachtshuisje
In de Tweede Wereldoorlog legde de Duitse bezetter in de Peelregio een luchtbeschermingslinie met zoeklichten aan. Voor de soldaten die de zoeklichten bedienden zijn zogenoemde Wehrmachtshuisjes gebouwd.
Tussen de Eeuwselse Loop en de bossen aan de Gezandebaan bouwden ze het huisje, dat nu is opgenomen in golfbaan ‘t Woold. In het nachtelijk donker richtten de soldaten hun enorme zoeklichten op het luchtruim om geallieerde vliegtuigen, die met hun bommenlast op weg waren naar het Ruhrgebied in Duitsland of daarvan terugkeerden, op te sporen. Vanaf het vliegveld in Venlo kregen zij ondersteuning van jachtvliegtuigen om de onderschepte geallieerde bommenwerpers te bevechten.
De linie was tot in 1942 in gebruik. Veel Wehrmachtshuisjes zijn na de oorlog gesloopt. Het Heusdense huisje heeft nog vele jaren gediend als noodwoning voor een groot gezin.
04 Onderduikerskamp ‘Hoogenbergen’, Gezandebaan
Het bosgebied aan de Gezandebaan is aangelegd tussen 1913 en 1929. In de jaren zeventig is visvijver ‘De Witte Bergen’ ontstaan door zandwinning voor de aanleg van de nieuwe weg Helmond - Asten - Meijel (N279).
In de bossen, op de plaats van het eiland in de vijver, werd in de zomer van 1943 - dicht bij het Wehrmachtshuisje - een onderduikerskamp genaamd ‘Hoogenbergen’ ingericht. Van augustus tot eind december 1943 verbleven er elf onderduikers uit Den Haag en omgeving. Ze kregen hulp van diverse boerenfamilies aan de Gezandebaan. Omdat het kamp ontdekt dreigde te worden, zijn de onderduikers vertrokken naar Lierop, waar ze tot de bevrijding op 21 september 1944 verbleven in kamp ‘Dennenlust’ in de bossen rond Moorsel.
05 Peelontginning, Bosdijk- Kruisbaan-Kokmeeuwenweg- Ospelerweg
De Astense Peel is pas laat tot landbouwgebied ontgonnen; in de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Redenen waren de rijksplannen voor een natuurreservaat en de langlopende verveningsvergunningen. Zowel het plan voor het natuurreservaat, nu Nationaal Park De Groote Peel, als ook het ontginningsplan - zij het in beperktere vorm - zijn werkelijkheid geworden.
Eigenlijk zou de noordkop van de Peel ook ontgonnen worden. Dat gebied was pas in de jaren zestig aan de beurt, toen het Rijk geen grootschalige ontginningen meer wilde. Het gebied is toen bij het natuurreservaat gevoegd. De straatnamen dateren ook uit de jaren vijftig. Eeuwenoude namen als Kruisbaan, Vaalbaan en Achtermijterbaan herinneren aan de Peelbanen, waarlangs de Astenaren jaarlijks voor eigen gerief turf staken. Veel andere ontginningswegen zijn genoemd naar peelvogels, zoals de kokmeeuw, het korhoen en de goudplevier.
06 Voormalige veenderij Maatschappij Griendtsveen, hoek Ospelerweg-Jan Smitslaan
Het weidse peelmoeras was in 1889 nog aanwezig. Er werd jaarlijks alleen turf gestoken door de inwoners van Asten.
In 1889 deed met de Maatschappij Griendtsveen ook in Asten de bedrijfsmatige veenwinning zijn intrede. Het peellandschap veranderde snel. Voor het vervoer van de turven met aken werden vaartjes aangelegd.
Via het Peelkanaal en de Zuid-Willemsvaart brachten boten, getrokken door paarden en mensen, de turflading naar hun bestemming (‘s-Hertogenbosch, Rotterdam). Aan het begin van het kanaal verrezen een kantoor en een turfstrooiselfabriek. Op het eerste gezicht herinnert niets in het landschap aan de verveningsactiviteiten.
Het Peelkanaal werd in 1944 door de geallieerden gebruikt voor de aanvoer van goederen. Enkele jaren na WO II is het gedempt en veranderd in de Jan Smitslaan. In 1963 verdween de Maatschappij Griendtsveen uit de Astense Peel. Op de ontgonnen peelgronden verschenen agrarische bedrijven en de rest maakte al sinds 1957 deel uit van het natuurreservaat.
Cultuurhistorie Nederweerts gedeelte van de route
07 Voormalige veenkolonie De Moost, Moostdijk, Nederweert
Toen de gemeente Asten in 1889 600 hectare grauwveen aan de Maatschappij Griendtsveen verkocht mocht het bedrijf voor het personeel geen huizen bouwen op Astens grondgebied. De Maatschappij kocht daarom grond net over de grens met Nederweert. Daar werd een tiental gebouwen neergezet: woningen voor het personeel, tevens café of winkel en een schooltje. De woning voor de hoofdopzichter was tevens het eerste kantoor van de Maatschappij. Al snel verhuisde dat kantoor naar de veenderij op Astens grondgebied. In september 1944 veranderden de meeste gebouwen van veenkolonie De Moost in ruïnes en ze zijn niet opnieuw opgebouwd. Een van de gebouwen van het buurtschapje De Moost bij de ontmoeting van de Ospelerweg en de Moostdijk is nog een restant van de eigenlijke veenkolonie uit het eind van de negentiende eeuw.
08 Buitencentrum ‘De Pelen’
Het buitencentrum is volgens ecologische principes gebouwd in 2001. De materialen voor de bouw en de afwerking zijn weinig belastend voor het milieu. Bij de vormgeving van het gebouw is rekening gehouden met de zonnestand en boven op het dak staat een windmolen die electriciteit opwekt.
De dakbedekking bestaat uit een groeimengsel van vetplantjes. De bouwconstructie en de wanden zijn geheel van hout. Het gebouw wordt verwarmd maar ook gekoeld via het grondwater. Er is een speciaal systeem dat zorgt voor recycling van het afvalwater.
Het Buitencentrum ‘De Pelen’ is de toegangspoort tot Nationaal Park De Groote Peel. Een uniek veengebied met prachtige vennen en hoogveen restanten. Wandelen in de Groote Peel, het doorkruisen van moerassen over knuppelbruggetjes, met een uitzicht over oeroude veenstobben (ook wel kienhout genoemd) die her en der verspreid liggen, is een bijzondere gewaarwording. De dikke veenlaag die op sommige plaatsen nog voorkomt, geeft een verend effect aan de paden.
Vanaf de uitkijktoren heeft u een mooi overzicht over het typische Peellandschap. Wandelroutes starten bij het Buitencentrum ‘De Pelen’. Hier kunt u zich ook oriënteren op het vogelrijke natuurgebied. Een klein deel van dit natuurgebied is opgenomen in het wandelroute netwerk van Asten. Het gebied is eigendom van Staatsbosbeheer.
09 Monument voor de Amerikaanse soldaten 1944
Locatie: Plattepeeldijk, anno 2007 Op het granieten monument staan de namen van 50 Amerikaanse soldaten van de 7e Amerikaanse Pantserdivisie die hun leven verloren tijdens de harde strijd om de bevrijding van Ospel in oktober en november 1944. Bovenop het monument staat een bronzen helm die symbool staat voor de soldaat die zijn leven liet voor onze bevrijding.
10 De Noordervaart
De geschiedenis van de Noordervaart gaat ver terug. Al in 1626 begonnen de Spanjaarden met de aanleg van de Fossa Eugeniana, een kanaal dat de Rijn via de Maas met de Schelde moest verbinden. Door oorlog, geldgebrek en technische problemen moesten zij hun plan echter laten varen.
In 1800 werd het idee opgepikt door keizer Napoleon, want hij wilde de Hollandse heren van Rotterdam en Amsterdam een hak zetten door de Rijnhandel via ‘zijn’ kanaal naar Antwerpen te leiden. Hij noemde de waterweg het Grand Canal du Nord.
Toen Frankrijk in 1810 echter het Koninkrijk Holland veroverde, had Napoleon het kanaal niet meer nodig. De veldtocht naar Rusland kreeg prioriteit en in 1811 werden de kostbare graafwerkzaamheden stil gelegd. In 1854 heeft Rijkswaterstaat de Noordervaart laten uitdiepen waarna deze in 1865 tot het dorp Beringe bevaarbaar is gemaakt.
11 Sarsven en de Banen
Ten zuidoosten van Nederweert- Eind liggen vennen van Het Limburgs Landschap, waaronder het Sarsven en de Banen. Deze vennen worden omringd door bossen en graslanden met een oppervlakte van 173 ha.
Tussen de Banen en het Sarsven bestaat een enorm contrast. Het eerste ven is in 1992 gerestaureerd en in 1998 uitgebreid met een noordelijke uitloper.
De Banen heeft een zeldzame begroeiing met soorten uit het oeverkruidverbond. Het Sarsven daarentegen is nog steeds een voedselrijk ven.
12 Openluchtmuseum Eynderhoof
Openluchtmuseum Eynderhoof is gelegen in de mooie landelijke en groene omgeving van het dorp Eind, gemeente Nederweert.
Eynderhoof stelt een peeldorp voor waar u terug gaat in de tijd van honderd jaar geleden. In een oase van nostalgie is het aangenaam vertoeven voor jong en oud. Bij binnenkomst proeft u de sfeer van toen. Ook in de herberg, waar u onder het genot van een kop koffie met knapkoek de indrukken op u kunt laten in werken.
13 Waterkrachtcentrale ‘Roeven’
Vanaf november 1993 draait de oude waterkrachtcentrale in het Limburgse Nederweert weer. Rijkswaterstaat bouwde in 1923 de centrale op het knooppunt van drie waterwegen, de Noordervaart, de Zuid-Willemsvaart en het kanaal Wessem-Nederweert. Het verval tussen de Zuid-Willemsvaart en de Noordervaart is circa 1,8 meter, het debiet 3 kubieke meter per seconde. Het vermogen van de Francis turbine was 30 kW. De opgewekte stroom diende voor het bedienen van de sluis en de elektriciteitsvoorziening van omliggende woningen en boerderijen. In 1958 raakte de centrale buiten werking. De opkomst van het elektriciteitsnet en het feit dat de centrale veel onderhoud vergde, waren hier debet aan.
14 Weerterbos
Het Weerterbos, bestaande uit bossen, vennen, grasland en kleine heidevelden, is een centraal element in een zeer uitgestrekte gordel van bos- en heidegebieden. Als een van de weinige echt oude bossen in de wijde omgeving is het van groot ecologisch belang. Het Weerterbos ligt pal naast de hoge zandrug van de Hugterheide en de Weerterbergen, die een waterscheiding vormen. Het is daardoor, ondanks de niet al te lage ligging, van oudsher een nat gebied.
Op de Daatjeshoeve is een permanente expositie over de Luchtoorlog 1939-1945 te bezichtigen tijdens openingstijden.
Cultuurhistorie Somerens gedeelte van de route
15 Centrum Sluis 13, Landbouwstraat 5
Na de aanleg van de Zuid- Willemsvaart ontstond bij de sluizen een kleine woongemeenschap met natuurlijk een café annex winkel en paardenstalling. Zo ook bij Sluis 13.
Door latere ontginningen kwam er in de buurt een aantal boerderijen. Buurtschap Sluis 13 strekt zich uit over Noord-Brabants en Limburgs grondgebied. Na de Tweede Wereldoorlog namen de ruim zestig gezinnen het initiatief voor een school bij Sluis 13.
Dat lukte en in 1949 kon de drieklassige school starten. Een jaar later kon op de zolder van het schoolgebouw een kapel in gebruik worden genomen. Na het schooljaar 1991-1992 werd de school gesloten vanwege het geringe leerlingenaantal. Het gebouw is echter het gemeenschappelijke middelpunt van Sluis 13 gebleven. Na een verbouwing kon het in 1994 in gebruik worden genomen als Buurthuis ‘De Smelen’. Het gebouw aan Landbouwstraat 5 is evenals de boerderij aan Landbouwstraat 7 een gemeentelijk monument.
16 Ontginningsdorp Someren-Heide
Het zuidelijke deel van de Somerensche Heide is vanaf 1920 ontgonnen. Te midden van de veelal rechthoekige ontginningsblokken ontstond in het eeuwenlang onbewoonde gebied het dorp Someren- Heide. Jonge boeren uit Brabant, Limburg, Gelderland, Utrecht en Holland vestigden zich hier. Straatnamen als Limburglaan, Gelderselaan en Hollandseweg herinneren hieraan.
In het centrum aan de Kerkendijk staat rijksmonument De Keijepoal. Deze grenspaal stond oorspronkelijk op de grens van Someren met Maarheeze. Hij was daar na de Vrede van Munster in 1648 geplaatst om de grens tussen de Nederlanden en het Spaanse Overkwartier van Gelderland aan te duiden. Van 1899 tot 1995 stond de paal aan het Wilhelminaplein in Someren-dorp. Ter herinnering aan koningin Wilhelmina zijn diverse inscripties op de paal aangebracht. De Sint Jozefschool uit 1937 en de Sint Jozefkerk uit 1959 aan de Kerkendijk 81 en 97 zijn gemeentelijke monumenten.
17 Productiebossen, Bosrandweg / Keelvenweg
De heide ten zuiden van de Provincialeweg tussen Someren en Heeze is in de grote ontginningsgolf van begin twintigste eeuw omgevormd tot boerenland en dennenakkers. Vanaf 1907 stimuleerde het Rijk de aanleg van productiebossen voor de winning van heipalen en stuthout in de mijnen. Het grote bosbezit van Someren is hier een gevolg van.
Tussen 1914 en 1925 is 120 hectare bos aangelegd aan de Provincialeweg in samenwerking met Staatsbosbeheer. De open heide met grillige heipaden en vennen zoals het Peelven en de Lange Bleek veranderde in dichte bossen met rechthoekige percelen en zodoende ook rechte bospaden. Stut- en heihout is al lang niet meer nodig.
In 1998 startte de gemeente Someren met het natuurontwikkelingsproject Keelven en omgeving, gericht op natuur en recreatie. Een stukje hei met vennen is herschapen. Van de vennen is het Keelven (ontstaan door zandwinning) het grootst en ligt thans na realisatie van het natuurontwikkelingsproject op een iets andere plek dan het oorspronkelijke Keelven.
18 Keelven/Heihorsten
Hier is de Natuurpoort Heihorsten in ontwikkeling. De Heihorsten is een gebied met een aantrekkelijk landschap. Vanwege de gunstige ligging tussen het dorp Someren en het uitgestrekte natuurgebied de Strabrechtse Heide is het bij uitstek geschikt voor toeristisch-recreatieve ontwikkelingen.
Binnen het project Heihorsten worden reeds bestaande recreatieve voorzieningen zoals een camping, een restaurant en een groepsaccommodatie verder uitgebouwd. Daarnaast worden nieuwe voorzieningen ontwikkeld, zoals een bezoekerscentrum, een golfbaan, vakantiewoningen, een hotel, een evenemententerrein, een activiteitenbos, een vlindertuin en een arboretum.
19 Strabrechtse en Lieropse Heide
Natuurgebied de Strabrechtse en Lieropse Heide is een overblijfsel van de vroegere gemene gronden van de dorpen; gebruikt voor het hoeden van schapen, weiden van runderen, plaatsen van bijenkorven, verzamelen van heidestrooisel en winnen van zand uit de vennen.
Het Beuven is het grootste ven van Nederland. Eeuwenlang was de hei een onmisbaar onderdeel van het boerenbedrijf. Heideplaggen waren nodig bij de mestproductie. Door de uitvinding van de kunstmest in de negentiende eeuw werd de heide overbodig. Veel heidegebieden verdwenen. Het is aan het echtpaar Van Alphen-Carp te danken dat de Strabrechtse en Lieropse Heide niet ontgonnen zijn.
Als natuurliefhebbers kochten zij veel hei aan, die in 1953 in beheer is gekomen bij Staatsbosbeheer. Het natuurgebied ligt in de gemeenten Someren, Geldrop- Mierlo en Heeze-Leende en is ongeveer 1800 hectare groot. Het ven dat het dichtst bij de fietsroute ligt, is het Starven dat van 1957 tot 1965 een natuurbad was.
Er is een mogelijkheid om de vogelkijkhut Beuven te bezoeken. Zie het waypoint net naast de route. U kunt uw fiets vlakbij de vogelkijkhut parkeren en het laatste stuk over een knuppelbruggetje lopen.
20 Koepelkerk Heilige Naam Jezus, Offermansstraat 1, Lierop
De koepelkerk, een voor Lierop kenmerkend rijksmonument, is ontworpen door Carl Weber op initiatief van pastoor Van Dongen. In 1895 is ze ingewijd. Oorspronkelijk waren aan de zuidzijde twee hogere torens gebouwd. De slechte bouwkundige staat ervan leidde in 1953 tot sloop. In 1986 verschenen twee nieuwe, kortere en soberder torens. Het indrukwekkende interieur van de kerk is sinds de inrichtingsperiode van 1892 tot 1916 niet veranderd.
Buiten is het Heilig-Hartbeeld uit 1922 in de jaren zeventig verplaatst van zijn plek centraal voor de kerk naar de pastoriemuur. De pastorie aan Offermansstraat 3 is gebouwd omstreeks 1850. Beeld en pastorie zijn gemeentelijke monumenten. Die status heeft ook het graf van pastoor Van Dongen op het kerkhof.
De in 1898 gesloopte middeleeuwse voorganger van de koepelkerk stond vlakbij. In de Florastraat staat nog een deel van de oude kerkhofmuur. Twee beeldengroepen van de oude kerk sieren nu de buitenkant van de koepelkerk.
21 Beschermd dorpsgezicht Boomen, Lierop
Lierop was tot 1 mei 1935 een zelfstandige gemeente. Op die dag zijn Someren en Lierop samengegaan als de nieuwe gemeente Someren. In het middeleeuwse Lierop lagen zes grote hoeven van de abdij van Postel. De hoeve ten Boomen (nr. 14) was de grootste en is in 1254 aan de abdij geschonken. Ten Boomen groeide uit tot een gehucht met meerdere boerderijen. Stallen en schuren zijn in de achttiende eeuw verbouwd tot boerderijen. Begin negentiende eeuw volgde een nieuwe boerderij en onlangs zijn er nog boerderijen in de voor Boomen karakteristieke stijl bij gekomen. De gevelijzers herinneren aan de drie gouden molenijzers in het oude gemeentewapen van Lierop. De Marialinde staat er al vanaf circa 1640. Het Mariabeeldje is na de Tweede Wereldoorlog in de boom geplaatst. Boomen 14 en Laan ten Boomen 30, 31, 37 en 38 zijn rijksmonumenten en vormen tezamen het beschermd dorpsgezicht Boomen.
POI's
- 01_Start/finish/Klok & Peel Museum Asten N51.4031 E5.7334
- 02_Kasteel Asten N51.3911 E5.7520
- 03_Wehrmachtshuisje N51.3669 E5.7690
- 04_Onderduikerskamp N51.3605 E5.7672
- 05_Grootschalig ontginningslandschap N51.3596 E5.7703
- 06_Voormalige Veenderij Maatschappij Griendsveen N51.3381 E5.7742
- 07_Voormalig veenkolonie De Moost N51.3341 E5.7768
- 08_Start/finish/Buitencentrum De Pelen N51.3260 E5.8016
- 09_Oorlogsmonument N51.3064 E5.8024
- 10_Noordervaart N51.2864 E5.7878
- 11_Natuurgebied Sarsven en De Banen N51.2668 E5.8011
- 12_Start/finish/Eynderhoof N51.2767 E5.7776
- 13_Waterkrachtcentrale Roeven N51.2722 E5.7526
- 14_Weerterbos_Daatjeshoeve N51.2991 E5.6795
- 15_Centrum Buurtschap Sluis 13 N51.3315 E5.7436
- 16_Ontginningsdorp Someren-Heide N51.3487 E5.6979
- 17_Productiebossen Bosrandweg/Keelvenweg N51.3654 E5.6598
- 18_Start/finish/Keelven-Heihorsten N51.3836 E5.6573
- 19_Strabrechtse en Lieropse Heide N51.3963 E5.6572
- 20_Koepelkerk Heilige Naam Jezus N51.4202 E5.6810
- 21_Beschermd Dorpsgezicht Boomen N51.4188 E5.6928
- De Groote Peel N51.3430 E5.8084
- Grenskerk N51.3060 E5.6620
- Kanalenviersprong N51.2764 E5.7581
- Uitkijktoren N51.3046 E5.6607
- Vogelkijkhut N51.4020 E5.6492
Acties
Navigeer naar startlocatie Download (ZIP) Download (GPX) Bekijk kaart/tracks Bekijk de fotoserie Print wandeling tekstStartlocatie
Reacties
Wij zijn benieuwd naar uw reactie. Wel hebben we een aantal spelregels waar we u even op willen attenderen
- Alle velden moeten verplicht worden ingevuld.
- Uw reactie wordt pas na goedkeuring zichtbaar in de lijst ervaringen.
- Uw e-mail adres niet wordt getoond op de site.
- De webmaster behoudt zich het recht uw tekst aan te passen.
- Het is niet toegestaan email-adressen, enige weblinks of schuttingtaal in de tekst op te nemen. Bij veelvuldig misbruik kan u de mogelijkheid van opslaan worden ontzegd.
- Als u ons een link wilt doorsturen dan a.u.b. per email.
- English texts will not be accepted. All input needs to be approved by the webmaster on forehand before be visible on this website. So save yourself the trouble.